Bijlage 6: Kader Actualiseren beleids- en prestatie-indicatoren

Kader actualiseren beleids- en prestatie-indicatoren

  1. Een indicator waarvan het beleidsdoel is gerealiseerd vervalt automatisch (wordt niet langer opgenomen) in de eerste begroting waarin niet langer over het corresponderende beleidsdoel wordt geschreven
    1. Indien die begroting al is vastgesteld door PS vervalt de indicator in de eerstvolgende begroting
  1. Een indicator waarvan het corresponderende beleidsdoel wordt herzien, wordt door de betreffende afdeling getoetst op actualiteit/ geschiktheid
    1. Indien geconcludeerd wordt dat een indicator niet langer geschikt is, wordt bij het herziene beleidsvoorstel een voorstel opgenomen voor een geschikte indicator
    2. Wanneer het beleidsvoorstel wordt vastgesteld wordt de herziene indicator opgenomen in de eerstvolgende nog niet vastgestelde begroting en vervalt de oude indicator automatisch
  1. Een indicator die voor het derde opeenvolgende jaar geen waarde toont (begroting en/of jaarrekening), wordt verondersteld geen geschikte indicator te zijn
    1. In de eerstvolgende nog niet vastgestelde begroting vervalt deze indicator automatisch, tenzij de betreffende afdeling onderbouwd kan aangeven waarom de indicator wel geschikt is
    2. De projectleider van de begroting/jaarrekening is verantwoordelijk voor het vaststellen dat indicatoren drie opeenvolgende jaren geen waarde tonen en het hierover informeren van de betreffende afdeling